Ketels
Het hout voor de ketels, een aantal lagen berkenhout, wordt door Bram uitgezocht bij een Haagse houtfabriek die is gevestigd aan “Bij de Westermolens”, om de hoek van het Westeinde.
Deze houtfabriek regelt transport naar Sneek, Friesland, waar het hout bij een kuipenmaker volgens de opgegeven specificaties wordt bewerkt tot op maat gelijmde ketels met losse, bijpassende versterkingsranden.
De ketels en versterkingsranden worden op het Westeinde aangeleverd, waar de ketels aan de buitenzijde worden geschuurd en de versterkingsranden worden gemonteerd. In later jaren worden de versterkingsranden niet meer op het Westeinde gemonteerd, maar worden ze direct door de kuipenmaker in de ketels geplaatst.

Voor het verlijmen van de celluloid bekleding op het hout van de ketels wordt materiaal gebruikt van Fa. De Sterke, een boekbinder die is gevestigd op Westeinde nr. 83.
Als eerste wordt boekbindersgaas aangebracht op de ketel met gebruik van warme boekbinderslijm. Op dat gaas wordt vervolgens hete beenderlijm aangebracht waarna, voordat de lijm afkoelt, het celluloid wordt aangebracht. Het plaatsen van het celluloid moet goed en snel gebeuren; koelt de lijm af dan is het bekledingsmateriaal niet meer te verschuiven.
Deze verbinding is buitengewoon stevig en bij vervanging van de bekleding of restauratie is dit materiaal dan ook niet of nauwelijks te verwijderen!
Veel ketels (zeker niet alle) bevatten, met potlood in de binnenzijde geschreven, Brams naam of gemaakte berekeningen die de exacte plaats bepalen van de spanblokjes. Ook doorsnede-maten van de ketels en andere aantekeningen worden wel vermeld. Bij sommige ketels zien we aan de binnenzijde het adres en/of telefoonnummer van Fa. J. de Hooge & Zn. en ook wel dag, maand en jaartal van fabricage.






Kleuren
In eerste instantie zijn de ketels egaal wit of zwart gespoten, vanaf ca. 1960 kunnen de ketels ook worden bekleed met (Zwitsers) imitatie parelmoer celluloid, met keus uit meerdere kleuren. De standaard voorkomende parelmoer-kleuren zoals die in de folders worden vermeld zijn wit-, zwart-, lichtblauw- en donkerblauw-parelmoer.
Daarnaast worden nog diverse andere kleurstellingen geleverd, zoals donkerrood-parelmoer en gestreept donkerrood-parelmoer. Jaap Eggermont koos voor een donkerblauw gestreepte uitvoering (lijkt enigszins op Black Oyster van Ludwig). Ook sparkling silver (Peter Ypma) en sparkling champagne (Jaap Mossel) kunnen geleverd worden, beide door Bram consequent “zilvâh glittâh” genoemd.
Eind jaren ’60, begin jaren ’70 zijn in de winkel vele kleuren bekleding (aan de rol) verkrijgbaar. Zo kocht Cesar Zuiderwijk er de rode- en later de koperkleurige bekleding (messing!) waarmee hij zijn Ludwig / Westend-combinatie aanpakte.

Maten
Bij de gebroeders De Hooge wordt in eerste instantie hoofdzakelijk gewerkt in centimeters. Omdat er tot ca. 1960 op maat te maken kalfsvellen worden aangebracht kan elke maat ketel worden gekozen. Daarnaast worden ook ketels gemaakt in inches.
Om een voorbeeld te geven: de maten van de set van Andy Portasse zijn:
snare 14 x 5 inch, twee hangende toms 12 x 8 inch, staande tom geen (16) inch maat, maar 39,5 x 33 cm, bassdrum geen (18 of 20) inch maat, maar 49 x 30 cm.
Na ca 1960, 1961, wordt uitsluitend gewerkt in inches, rekening houdend met de verkrijgbare standaard kunststof vellen.
Spanranden
In eerste instantie zien we “primitieve”, ongebogen, rechte spanranden, zoals we die in de vroege jaren eveneens bij de grote merken aantreffen. Er zijn ronde blokjes tegen de rand gesoldeerd, die zijn voorzien van gaatjes voor de spanschroeven.


Pas later, vanaf eind ’50 (wellicht door advies van Louis de Lussanet en/of Tonny Nusser), treffen we de zo bekende koperen en verchroomde naar binnen gebogen spanranden aan. Deze koperen spanranden worden in huis gemaakt, zijn gewalst uit één plaat en met de bovenrand naar binnen gebogen, zoals dat ook wel bij oude Slingerland snares het geval is. Bij een galvaniseerbedrijf in de Korte Vleerstraat worden ze van hun glimmende chroomlaag voorzien.
Opmerkelijk is dat we bij de chromen snare van Jan Carree, strak onder de gebogen spanrand aan de slagzijde, een vastgelaste koperen draad aantroffen van ca. 2, 3 mm dikte. Bij de ons bekende snares is dit niet het geval. De functie ervan is ons niet bekend, maar we vermoeden dat het een (experimentele?) versteviging betreft.

Spanblokken
De spanblokken in twee formaten (door Bram ook wel billen of kadetten genoemd) hebben een eigen typische vorm en zijn van verchroomd messing. De spanblokken worden door de firma Van der Wal in de Engelenburgstraat gegoten, ze worden bij De Hooge op het Westeinde geschuurd en gepolijst en worden verchroomd in de Korte Vleerstraat, waarna de spanblokken voor verdere bewerking weer op het Westeinde worden afgeleverd.

De spanbouten gaan rechtstreeks het spanblok in, dus niet met boutje en veertje maar koud in een getapte draad. De spanbouten op snare en toms hebben een ronde kop met gleuf erin (“slot head”).
Bassdrum
Er zijn bassdrums bekend van 18.99 inch, 50 cm (dus niet 20 inch), maar ook 24, 26 en 28 inch (!) komen voor. Op de bassdrum zitten gewoonlijk vier (twee voor en twee achter) naar binnen te schuiven dunne bassdrumpoten. Aan de binnenzijde zijn, om de gaten waar de poten naar binnen gaan, gebogen plakjes hout aangebracht ter versteviging van de brackets.

De constructie voor de uitschuifbare pootjes van de bassdrum is in de meeste gevallen van Premier (foto) en een enkele keer van Ludwig.

Op de bassdrum is soms, op verzoek, een bekkenhouder geplaatst. Er wordt eenvoudigweg een ingang voor de gebruikelijke (Premier) bassdrum-pootjes gemonteerd. De bekkenhouder zelf heeft uiteraard de de dikte van de bassdrum-pootjes. Let op de twee bochten om het bekken dichterbij te brengen. Waarom de bekkenhouder zo ver naar voren is geplaatst is onduidelijk.

Toms
Hangende toms zijn verkrijgbaar in 12, 12 driekwart, 13 en 14 inch. De staande tom is in eerste instantie ongeveer 14 of 16 inch (pre-international) en later exact 14 of 16 inch.

De tomhouder op de bassdrum is meestal van Premier. Daarnaast worden deze verbindingsstukken een enkele keer door Bram zelf geproduceerd, al of niet met Premier-onderdelen, en elke keer wordt een andere oplossing bedacht. Er zijn dan ook meerdere uitvoeringen gangbaar: door middel van dichte, getande rozetten op de ketels met een los verbindingsstuk en een open, niet getande driehoekige rozet op de bassdrum met een dichte, getande rozet op de hangende tom. Enkele variaties komen voor.


Snaredrums
De snaredrums voor de Westend drumstellen zijn vrijwel altijd 14 x 5 inch, met 8 spanblokken. We hebben één keer een 13 inch snare (met 6 spanblokken) aangetroffen, bij de set van Ed Rieff. Die set is overgenomen door Ruud van de Sluis. Er zijn relatief weinig chromen snaredrums vervaardigd, de meeste snaredrums “matchen” met de andere ketels van de set. Er zijn ons ongeveer 8 chromen exemplaren bekend.

Van de snarensteller zijn er meerdere uitvoeringen: het “bolletje” en het ook bij andere merken gebruikelijke “lepeltje”. Het “lepeltje” kent diverse varianten, de een is wat smaller dan de ander.

De snarenmatjes worden door de firma De Hooge zelf vervaardigd uit ca. 10 cm lange veren, die worden uitgetrokken en gesoldeerd op koper. Ze zijn er in de reguliere uitvoering maar ook de brede snarenmat komt voor. De tekst “WESTEND” wordt met de hamer in gestanst.


Bongo’s
De percussie-bongo’s worden bij de houtfabriek aan “Op de Westermolens” voorbereid. De bongo’s worden uit één stuk palmhout vervaardigd en het drogen van dit (uitgeholde) hout is een langdurig proces met het risico van barsten. De verdere afwerking geschiedt in eigen huis.

De bij het drumstel passende bongo’s worden op de gebruikelijke wijze vervaardigd op het Westeinde en op kleur gemaakt. Deze bongo’s treffen we met name aan bij drummers in rock- en amusementorkesten en niet tot nauwelijks bij jazzdrummers.

Hardware
Er zijn bassdrums bekend die met twee zgn. halve T-spanschroeven zijn uitgevoerd. Deze spanschroeven, de twee onderin, met het bassdrumpedaal er tussen, maken het mogelijk om gemakkelijker het bassdrumpedaal aan te brengen of te verwijderen.

De Fa. J. de Hooge & Zonen produceert zelf geen standaards en levert hoofdzakelijk Olympic standaards, hihat- en basspedaal bij een Westend drumstel. Op verzoek kan elk merk worden bijgeleverd. In de winkel zijn verschillende merken op voorraad, waaronder Premier.
Geheel nieuw voor ons is de ontdekking van een door de Fa. J. de Hooge & Zonen vervaardigde hihat-schuinsteller. Met dank aan Jan Carree.


Bij de vroege Westend drumstellen wordt een “slot-head” stemsleutel van John Grey of Premier meegeleverd. Later wordt een set voorzien van een op het Westeinde vervaardigde, eenvoudige, verchroomd koperen sleutel. Met hetzelfde stempel waarmee de snarenmat en de hihat-schuinsteller zijn ingestanst is ook de stemsleutel voorzien van de naam Westend. Ons zijn slechts enkele sleutels bekend.
Vellen
Tot 1960 worden (Pakistaanse) kalfsvellen gebruikt, die bij de firma Elzas in Borculo worden aangekocht. Na 1960 wordt op kunststof overgegaan.
Bassdrumpedaal
In kleine aantallen is in de jaren ’50 een eigen bassdrumpedaal geproduceerd, hier nog zonder Westend logo, uit 1958:

Later werd het driehoekige Westend logo verdiept aangebracht in het zwarte, hard-rubberen voetblad.
De gelijkenis met het bekende Premier-pedaal #250 is opmerkelijk. Let ook op de eigenzinnige vorm van de steel van de klopper! Voor de hihat is nooit een eigen pedaal gemaakt. Op de foto ontbreekt de klem voor de bassdrumrand.


Logo’s
Vanaf ca. 1954 zijn er driehoekige Westend logo’s op de ketels aangebracht. Ze worden met spijkertjes bevestigd.

Op enkele paradetrommels vanaf ca. 1954 tot ca. 1958 treffen we het driehoekslogo aan als een transfer.

Ca. 1958 is het driehoekige logo vervangen door het stervormige logo, dat vrijwel altijd geplakt wordt. Alleen op de chromen snares wordt het logo met nagels bevestigd.

Vanaf de beginjaren ’50 tot ca. 1958 is geen logo-belettering op het bassdrumvel aangebracht. Tegelijk met het invoeren van het sterlogo, ca. 1958, verschijnt het Westend scriptlogo op de bassdrum.
Het scriptlogo, door Bram getekende letters, is geen zeefdruk of geplakt transfer, zoals dat bij de meeste andere merken het geval is. Het logo wordt met een stempel op het vel aangebracht. Op de tweede foto hieronder het originele stempel, dat in het bezit is van Alex de Hooge.
Update 5 maart 2013: Bij de set van Ries Doms (The Kik), die zijn Westend-set overnam van Hans Stotijn, komen we het gestempelde scriptlogo op het voorvel tegen als zeefdruk! Wij hebben het nooit eerder aangetroffen, maar koos Bram de Hooge uiteindelijk tóch voor een modernere manier van beletteren??
Update 22 januari 2014: We troffen vandaag een set aan (van 1960) bij het Rotterdam Drum Department (Gijs van de Kerkhof) die exact dezelfde logo-zeefdruk op de bassdrum had als het logo op de bassdrum van Ries Doms (The Kik). Dat kan geen toeval meer zijn en we moeten dan ook aannemen dat Bram de Hooge in elk geval in 1960 het Westendlogo op de bassdrum met zeefdruk liet aanbrengen! Zie de derde foto hieronder.



Later, vanaf ca. 1966, wordt een andere, ietwat strakkere belettering gehanteerd. Er is een mal van het gehele woordbeeld. Met behulp van de mal worden de contouren van de letters met potlood ingetekend. Vervolgens worden de letters met een penseel en zwarte inkt ingekleurd.
Elk bassdrumvel, geplaatst op een Westend bassdrum, wordt op deze wijze, handmatig, voorzien van dit logo. 100% identiek, zoals met een transfer, zeefdruk of stempel het geval is, zijn de logo’s dus nooit. De logo’s zijn soms gecentreerd, soms wat naar links op het vel gepositioneerd.

Zowel bij The Golden Earrings (foto: 1966) als bij de Davies komen we een ons onbekend Westend-logo op de bassdrum tegen. We hebben deze Westend belettering nooit eerder aangetroffen. Wie ons hierover iets kan vertellen: laat het weten!


Model Tony Nuser
Bram de Hooge bouwt vanaf 1957 enkele jaren het Model Tonny Nuser, een jazz-set met een voor die tijd nogal diepe ca. 18 – 20 inch (pre-international) bassdrum.


Op de ketels van dit model is als extra een ovaal metalen plaatje aangebracht met de tekst Model Tonny Nuser. De schrijfwijze op dit plaatje is geen vergissing! Tonny Nüsser wil af van zijn Duits aandoende achternaam en gebruikt nu de naam Tonny Nuser, de uitspraak is immers gelijk. Later heeft hij dit idee laten varen.
Koffers
Op bestelling worden koffers van bordeauxrood fiber op maat per drumstel gemaakt. Gebruikelijk wordt de drumkit vervoerd in drie koffers: een koffer voor snaredrum en kleine tom samen, een koffer voor de staande tom en een koffer voor de bassdrum. In de koffer voor de staande tom is ruimte gemaakt voor stokken en ander klein materiaal. Er zijn ook koffers bekend voor uitsluitend snare of kleine tom. Sommige koffers hebben handvatten, sommige niet.
De rode koffers zijn eigenlijk nooit veranderd; ze zijn altijd op dezelfde manier gemaakt en geproduceerd tussen begin jaren ’50 en begin jaren ’70.



Prijslijsten
klik voor een grotere afbeelding