Meteen naar de inhoud
Home » Interview met Sieb Warner

Interview met Sieb Warner

Door Andy Portasse en Rob van der Werf

Sieb Warner: “Het is een feit dat een koe meer schijt dan een geit”

Anybody has the capacity to be a great drummer, it’s just about finding the right people to be a great drummer with…
(Quote from “The Drum Thing”) 

We worden hartelijk ontvangen, ergens in een fraai, rustig dorp in ’t hoge Noorden van het land. In de hal ontwaren we djembees, conga’s, een snare, hihat en bekkens. Niet bepaald wat we verwachten van een drummer in ruste. We ontmoeten Sieb Warner (Den Haag, 1946), decennia terug drummer van onder (veel) meer de Motions en Golden Earring. En altijd achter het Haagse Westend drumstel.
We nestelen ons in de zonnige achtertuin en Sieb serveert koffie met Groningse kruidkoek. Eigenlijk komen we om een 16″ zwarte floortom van Sieb’s vroegere Westend-set (in het bezit van Ronald Wildschut) door hem te laten signeren. Sieb speelde met deze set bij The Motions en Golden Earring en toerde ermee met de Earring door Amerika. We hebben dus een floortom met historie bij ons. De door Sieb gesigneerde floortom krijgt een mooi plaatsje in het in november 2016 geopende Parkroad Cafe in de Nobelstraat in Den Haag. 
Wat een korte ontmoeting leek te worden werd uiteindelijk een schitterende middag met heerlijke verhalen van Sieb (we hebben hier alles maar ingekort om ’t een beetje bij Westend te houden), om vervolgens af te sluiten met een slagwerk-improvisatie door drie heren op djembee, conga’s en (nee, geen Westend) snare. 

“Sieb, je startte met de edele kunst van het slagwerk toen je 14 jaar oud was bij The Atmospheres, gevraagd door Robbie van Leeuwen. Had je toen al een drumstel?”

“Een eigen drumstel had ik toen nog niet. Ik had zelf alleen een snaredrum, een witte. De snare was van een Duits merk, Lefima, en heb ik gekocht bij de oude Henk Suiker, die toen nog vanuit zijn achterkamer instrumenten verkocht. Dat was toen nog niet op de Vaillantlaan, maar ergens in een woonwijkje. Bij Willy and his Giants speelde ik op een lichtblauwe Trixon, type Crocodile, met die conische trommels. Je ziet ‘m ook op de hoes van de single “Auld Lang Syne”. En bij The Ricochets was een fraaie, witte Premier voor me beschikbaar.”  

“Heb jij eigenlijk ooit les gehad?”

“Jazeker, ik heb les gehad. Dat was bij een muziekschool op de Regentesselaan in Den Haag. Ik leerde er pannekoeken (roffelen), triolen, brushes en dat soort dingen. Verder neem je van iedere goede slagwerker iets mee, je gaat imiteren: Tony Meehan, Elvin Jones, Keith Moon, Don Moye, Nippy Noya, Adama Dramee, Alla Rakha, om er maar een paar te noemen.” 

“Wanneer kwam de Westend in beeld waar je op speelde bij de Motions en Golden Earring?” 

“Gelijktijdig met het ontstaan van de Motions. Bram de Hooge had niet veel voorraad in de winkel, dus alle trommels moesten besteld worden. Een leuk proces, want af en toe kwam je binnenwippen in de werkplaats en kon je het bouwproces volgen. De maten zullen standaard inch-maten zijn geweest, dus 24” bass, 2x 13” tom, 16” floortom en natuurlijk de 14” stalen Westend snare. Later, bij de Earring, kocht ik er een 28” bass, een tom van 14” en een floortom van 16+” bij.”

“Welke herinneringen heb je aan de bouwer van je set, Bram de Hooge?”

“Een vakman eerste klas en een uiterst aardige man, fijn om mee te ouwehoeren over hoe je het gehad zou willen hebben. Daardoor ontstond ook een bepaalde betrokkenheid bij de drums. Tegenwoordig druk je op “Enter” en de volgende dag staat er een compleet slagwerk op je stoep in karton verpakt.”

“Van The Atmospheres stapte je over naar Willy and his Giants en The Ricochets, om vanuit die laatste band in 1964 de Motions op te richten, samen met Rudy van den Berg (Rudy Bennett), Robbie van Leeuwen en Henk Smitskamp. Je bedacht en passant ook nog de bandnaam. Je zat vanaf de oprichting tot 1967 bij de Motions. En dan doelen we op de voor ons échte, originele Motions, met Rudy, Robbie, Henk en jij. Daarna speelde je nog een paar jaar in de tweede leg Motions, met Gerard Romeijn, Leo Bennink, Jan Vennik, Paul van Melzen en Bob van der Vaart (Bobby Green). In mei 1969 stopte je van de een op de andere dag met de band, om in juli 1969 over te stappen naar de Earring. Dat duurde slechts een jaar, tot mei 1970. Je had misschien kunnen weten dat de Earring niet écht zou passen bij je. ’t Is achteraf gepraat, maar waarom ben je tóch met ze in zee gegaan? Dat zal toch niet alleen de verleiding van een LP-opname (Eight Miles High) en een Amerikaanse tour geweest zijn?”

“Je slaat de spijker op de kop! Die twee zaken leken een Walhalla voor dat drumpikkie van twintig plus. Ik kende de Earring totaal niet. Had zogezegd een sabbatical jaar en ging eens naar ze kijken in Club 192 aan de Groenmarkt in Den Haag. Ik vond de lange “Eight Miles High” uitvoering wel innoverend. Later in een nachtkroeg kwam ik George Kooymans tegen en ik vertelde hem dat ik het wel tof vond, dat optreden. Een week later werd ik voor een sollicitatiegesprek opgeroepen door Freddy Haayen. Saillant detail was dat er op een televisie in zijn flat die daar aanstond de maanlanding te zien was! How high can you get? Haha.”

“Nog even terug naar je Westend drumstel. Goudglitter en een enkele bassdrum bij de Motions, en later bij de Earring is datzelfde drumstel zwart en met dubbele bass. Vertel eens.”

“De Earring wilden de overstap maken van popgroep naar heavy rockgroep. Het werd wat duister “Song of a Devil’s Servant” en dat soort dingen, niet helemaal fris. Ik denk dat gevoelsmatig de kleur zwart in beeld kwam. Black Sabbath en zulks wat. Dus weer op naar Bram aan ‘t Westeinde. “Sloop het goudglitter en plak er zwart op, Bram.” Hoe ver kun je afdwalen. Je zou zeggen dat goudglitter keurig zou passen bij de Golden Earring. En het kon nog ruiger: een bassdrum van 28” erbij. Nu dus twee bassdrums voor nog meer herrie. Allemaal onzin, want één bassdrum van 26” was voldoende geweest (John Bonham).”

“Je was bij de vroege Motions een keer geblesseerd aan je hand, en werd tijdelijk vervangen door Ruddy Fisscher. Jij was altijd bezig met het geluid van de drums, vertelde Ruddy. Was dat omdat er toen nog onversterkt gespeeld werd?” 

“Ja, je moest behoorlijk hard slaan met die gasten van de Motions, speelde onversterkt. Ik experimenteerde wat met vel-diktes, strakker boven dan onder, of omgekeerd. Voorste bassdrum-vel strak, slagvel los. Voor de broodnodige boem. De gitaristen hadden torens van honderden Watt’s staan en in dat geweld moest ik zien mee te komen. Kreeg ooit daardoor fijt aan een vinger en was een tijdje uit de running. Ruddy Fisscher nam het tijdelijk van me over en dat deed ‘ie verdraaid goed. Een puik drummertje, die Ruddy.” 

“We slaan de Amerikaanse tour met de Golden Earring voor ’t gemak even over. Anders wordt’t wel een héél lang verhaal. Viel je niet in een gat, nadat je stopte met de Earring? Daarvóór had je de drukke hoogtijdagen van de Motions ook al meegemaakt. De gevierde jongen, succes alom, roem te over, het aparte muzikantenbestaan, je hebt ’t allemaal meegemaakt.”  

“In een gat? Dat kun je wel zeggen ja! Nadat ik bij de Earring weg was, was het van de een op de andere dag einde verhaal. Zo ben je wat, en zo ben je niks. Heb een tijdje in de bijstand gezeten en ben een baan gaan zoeken, zoals de meeste mensen dat moeten. Ik was wel blij dat ik van die herrie af was en dat ik mijn gevoeliger kanten kon ontwikkelen, andere muziek kon spelen en beluisteren. Jazz: John Coltrane, India: Ravi Shankar. Dat soort muziek. 
De laatste jaren pingel ik wat tussen de schuifdeuren met een goede muzikant, singersongwriter: “Slowhand Arnie” in een combo genaamd “Dongabird Dunk”. Naast percussie doe ik dan wat met fluiten en gitaren en zing het een en ander. Het leuke is dat ik nu gewoon dingen kan maken die ik zelf mooi vind en me totaal niet met commercie hoef bezig te houden.” 

“De zwarte Westend-set waar je op speelde bij de Motions en de Golden Earring heb je verkocht. De floortom van die set is vandaag even thuis om door jou gesigneerd te worden. Spijt van de verkoop van je Westend drumstel? “

“Had het effe helemaal gehad met drumstellen. Op marktplaats, die handel. Mijn kinderen moesten eten, hogere prioriteit.”

“Sieb, na deze middag menen we te proeven we dat je een gevoelsmens bent. Vriendschappen zul je belangrijk vinden, vermoeden we. Je bent nog altijd goed bevriend met je oude bassist Henk (Knéh) Smitskamp. Heb je nog meer vrienden uit de muziekscene?” 

“Vreemd genoeg ben ik bevriend gebleven met álle bassisten waarmee ik speelde. Henk Smitskamp, Jaap van Duivenvoorde (†), Paul van Melzen, Peter Vaillant. De bas- en drumvogels hebben een sterke band. Een orkest is niets zonder een geoliede ritmesectie. Maar verder? De bewoonde wereld is ver weg. Zag onlangs Rudy van den Berg nog even. De andere jongens van vroeger zie ik eigenlijk niet meer. Ik vind ’t prima zo.”  

“Sieb, dank je wel voor je gastvrije ontvangst, je (h)eerlijke verhalen! Wil je nog wat kwijt?”

“Het is een feit dat een koe meer schijt dan een geit.” 

Ronald Wildschut (r), Rob van der Werf en de gehandtekende floortom. Geen ijdelheid, maar Sieb stond er op, dat deze foto hier geplaatst zou worden!

Sieb’s In Memoriam

Jan Karstens (†), oud-voorzitter Golden Earrings fanclub, met zijn favoriete LP’s.
V.l.n.r.: Sieb Warner, Jaap van Duijvenvoorde (†), Robbie van Leeuwen en Bob Offers (†) bij The Atmospheres

Sieb’s nawoord en -foto

“Dit was mijn laatste interview als Sieb Warner. Most er verdulleme zelf om vragen, haha. Vanaf nu is mijn pseudoniem “Sibelius Warmstraal” en in het bejaardentehuis krijg ik het beheer over de tamboerijn-afdeling ter leringh ende vermaeck van de ouderen onder ons.
En dat fotootje hieronder? Sieb (rechts) praat nog effe na met Rudy Bennett, na genoten te hebben van een sketterend optreden van Johan Derksen’s “Pioniers van de Nederpop”. Eind goed al goed!”
Sieb.

Daags na publicatie van dit artikel ontvangen we een mail van Sieb. Hij schrijft:

“Ik haal net de was uit de wasmachine buig me voorover. Op de grond ligt een oude krant waarop ik de kat voer geef in zijn bakje. Ik zie ineens de naam Cesar Zuiderwijk in een heel klein berichtje links onderaan staan. Cesar Zuiderwijk slagwerker van Golden Earring geeft een clinic op 15 oktober op de middelbare school in mijn dorp aan de rivier, bij mij op de hoek. De school waar mijn kinderen op hebben gezeten. Bedoeld voor drummers maar iedereen welkom, ouders, belangstellenden, kinderen met drumstellen een uur eerder komen om op te stellen svp. Ik ga zaterdag dus mijn laatste drumles nemen. Jeetje, toeval bestaat niet, de cirkel is rond. Daar moet je nu 70 voor worden… Flabbergasted!”

Update Sieb, 15 oktober 2016:

“Ave Cesar, een drumles van ruim 2 uur. Voor mijn gevoel wel 100 drummersters en drumsetjes. De man staat met passie zijn roeping te delen met iedereen. Het nieuwe drummen betekent dat je alles met zowel linker-, als met rechter ledematen moet kunnen spelen. In een volgend leven heb ik dan nog vele jaren oefening voor de boeg.
Heb genoten van de hele happening en ging tot slot maar een handtekening “voor Sieb Warner” vragen. Cesar vroeg “Hoe gaat het met hem?” Haagse humor, denk ik dan maar.
Volgend jaar 2000 trommelaars in de Ziggodôme, zo zijn de plannen van  der Kaiser, masterdrummer en tevens aardig mens.”

Twee Golden Earring-drummers op één foto! (Foto: Jan Zeeman, Dagblad van het Noorden d.d. 17 oktober 2016).
en de handtekening van Cesar

RvdW, 11 oktober 2016. 

Edit juli 2020: Wegens het stoppen met Parkroad Cafe in Den Haag is de gesigneerde floortom van Sieb Warner in juli 2020 overgedragen aan Museum RockArt in Hoek van Holland. De floortom is opgenomen in de vaste collectie.