1965
Het kabinet Marijnen struikelt door onenigheid over het omroepbeleid, de Stichting Top 40 wordt opgericht, Bart Huges boort een gaatje in zijn hoofd om daardoor tot een hogere staat van bewustzijn te kunnen komen, Conny Vandenbos eindigt op de 11e plaats op het Eurovisie songfestival in Napels, prinses Beatrix verlooft zich met de Duitse diplomaat Claus von Amsberg, Provo wordt opgericht en de eerste uitzending op het tweede Nederlandse televisiekanaal (Nederland 2) is een feit.
Den Haag
Ik ben 18 jaar. Ik ga naar optredens van The Nicols, Hu and the Hilltops, Pee White and the Magic Strangers, The Scarlets, The Highlanders, René and the Alligators, The Flintstones, The Incrowd, Big John Russell, The Tielman Brothers, Willy and his Giants, The Shane, The Haigs, Q65, The Motions en The Golden Earrings.
De Eekhoorn, de Marathon, het Zuiderparkpaviljoen, La Gaité en het Houtrustpaviljoen zijn enkele places to be. In Scheveningen worden het (oude) circustheater, Palais de Danse en Pam-Pam gefrequenteerd.

Haagsche Puch
Ik heb een eenvoudige Egmond gitaar, met een zelf bevestigd element, die met tulpstekkertjes kan worden aangesloten op de pickup-ingang van de Grundig radio van mijn ouders, ken een paar accoorden, maar besluit toch maar om drummer te worden. Gemakkelijk achter op het podium en genoeg meisjes die om onduidelijke redenen altijd vallen op de drummer. Wat kan je gebeuren.
Mijn outfit bestaat uit een door mijn ouders geschonken zwarte Puch die na enige verbouwing volledig voldoet aan de daartoe gestelde maar nergens vastgelegde Haagse normen, de bekende USA parka (met een zelf op te naaien “US ARMY” badge, parka en badge verkrijgbaar bij een dump in Gouda), de broek met wijd uitlopende pijpen en de onvermijdelijke bruine Clarks van negenendertig gulden-en-vijftig-cent, te koop bij Manfield in de Spuistraat 52.

In mijn eerste baan krijg ik wekelijks uit een papieren loonzakje met mijn naam erop netto vierentwintig gulden-en-nog-wat contant uitbetaald. Voor en na mijn werk rij ik graag even om met de Puch en bekijk de etalages van de muziekzaken Servaas, Gerritsen, Goebel en Bas van der Rest. Heerlijke muziekzaken, waar voor mij onbereikbare gitaren en drumstellen staan opgesteld. Bij Bas van der Rest is het hopen dat je zijn mooie dochter Winnie ziet.
De Pam
Na enige tijd bezit ik een gammel bassdrumpedaal, een onduidelijke snare met standaard, een hihat met blikkerig klinkende 13″ bekkens en een merkloos en nogal gegolfd bekken met standaard. Echt lekker is ’t allemaal niet, maar ja, wat kun je als je dit bijeen moet sprokkelen met een paar guldens in de uitverkoop bij Gerritsen en Goebel. Zoveel blijft er immers niet over, als je zaterdagavond uit wilt en een biertje bij “de Pam” in Scheveningen twee gulden vijftig kost. En dan nog het beslist noodzakelijke kwartje, voor het onvermijdelijke “Vergeet u de portier niet?”.

Het bassdrumpedaal plaats ik bij gebrek aan een bassdrum, “tot groot genoegen” van mijn ouders, los tegen mijn opklapbare ledikant en na enkele voetbewegingen valt het pedaal dan ook steevast om. Ik vind het pedaal de miskoop van de maand, maar een fatsoenlijk drumstel zit er vooralsnog niet in.
Ik ben inmiddels drummer, vind ik zelf. Geen cent te makken, geen drumstel en nooit achter een echte kit gezeten. Onzeker stap ik binnen bij de bekende muziekzaken waar altijd wel een bekend bandlid aanwezig is. Met een blik van ouwe jongens onder elkaar zeg ik René Nodelijk gedag bij Bas van der Rest en groet ik George Kooymans bij Gerritsen. Keurige jongens, ze groeten gewoon terug.

Servaas
Bij (Nico) Servaas (de eerste zaak, Schoolstraat 26) vraag ik achteloos naar de prijs van een blinkende Slingerland waar, voor mij onbegrijpelijk, dat doe je niet, op de bassdrum een koperen adresplaatje van Servaas is geschroefd. Om mijn bezoekje nog wat meer te verantwoorden wil ik ook nog weten welke kleuren er van Ludwig verkrijgbaar zijn. Geld zat, toch? Ik moet er nog even over nadenken, mompel ik onduidelijk en ben snel vertrokken. Ik ga naar een winkel aan het Westeinde, op nummer 176. Vanaf de Jan Hendrikstraat gezien, direct na het ziekenhuis, meteen aan de linkerkant. Ze verkopen er fraaie drumstellen en ze maken ze zelf. Ik kom er eigenlijk veel te weinig. Ik stap de zaak binnen en elke keer valt het me op dat deze winkel bepaald niet oogt als een zaak waar drums gemaakt worden.

Westend Drums
Er staat een drumstel in de etalage en één in de winkel, die ca. 12 meter diep en 8 meter breed is. Achterin links is de deur naar de werkplaats waar ’t allemaal gebeurt. Daar worden de Westend drumstellen vervaardigd, weet ik. Aan een muur in de winkel hangt een foto van Tonny Nüsser met een zwart parelmoer gekleurd drumstel en een foto van (de eerste bandleden van) The Golden Earrings gegroepeerd rond een wit parelmoeren set.

Een nette-meneer-met-stropdas-en-stofjas komt uit de werkplaats en vraagt “waarmee hij me dit keer kan helpen.” Hij weet écht wel dat ik hier eerder ben geweest, ik zie het aan z’n glimlach. Ik vraag maar weer naar prijzen, maar hij heeft me natuurlijk al lang door. Knipogend zegt ‘ie dat ik nog maar wat moet sparen en ik krijg een prijslijst overhandigd.
Het is een eenvoudig, klein drukwerkje met geplakte, rond uitgestanste kleurmodellen. Vier kleuren, die vrijblijvend geleverd worden, staat erbij. De nette meneer vertelt me ook nog even waar ik op moet letten als ik een drumstel koop, waarom er verschillende maten zijn, wat het betekent als een vel strakker of losser wordt gedraaid, hoe spanranden en spanblokken worden gemaakt en wat houtsoorten doen. “Zo, wat een bevlogen en aardige man!” denk ik. Na ongeveer een half uur sta ik met een licht schuldgevoel weer buiten.
Ik sprak met Bram de Hooge, van de Fa. J. De Hooge & Zonen, Westeinde 176, Den Haag. Bouwers van het drummerk Westend. En daar gaat deze website over.